KAVEL DANZIG: HET GROTE DAK
Op dit moment is de Minervahaven in een snel tempo aan het veranderen van een havengebied naar een overgangsgebied tussen Haven en Stad,een bufferzone tussen het gemengde stedelijk gebied en de echte havenbedrijvigheid. De Minervahaven heeft de bestemming stedelijk bedrijfsterrein .
De stad heeft behoefte aan goedkope, kleinschalige low-key bedrijfsruimten,zowel voor traditionele productieve bedrijven als voor kunstenaars. De laatste jaren is dit soort bedrijvigheid steeds meer uit de stad verdwenen.
In de Minervahaven worden nu de bestaande éénlaagse loodsen vervangen door hogere bebouwing: stoer en multifunctioneel,programmatisch niet specifiek Haven gerelateerd en eerder geschikt voor de creatieve industrie en kantoren dan voor echte kleinschalige tot middelgrote stedelijke bedrijvigheid als gevraagd in het programma voor Kavel Danzig.
In dit plan willen we enerzijds inspelen op de ideeën uit het herstructureringsplan Minervahaven en het beeldkwaliteitsplan en anderzijds daar iets aan toevoegen:
namelijk een open informele plek waar nog van alles mogelijk is. Behalve de stevige gebouwen die duurzaam zijn doordat ze nog lang mee kunnen willen wij ook ruimte bieden aan tijdelijkheid. Dit idee wordt mede ingegeven door de situatie van de kavel: nagenoeg geheel ingesloten, met een klein open hoekje aan de Minervahaven.
De grote uitdaging en de ambitie is om goedkoop en sjiek samen te laten gaan, en om spontaan en informeel binnen een groot gebaar en een aansprekende vorm mogelijk te maken.
In dit plan is dat gerealiseerd door over nagenoeg het hele beschikbare terrein een groot dak te bouwen. Het dak bestaat uit spanten op kolommen; tussen de hoge spanten ontstaan bruikbare ruimten,hier zitten de meer gevestigde functies, kantoren en ontwerp bureaus. Op het dak liggen zonnepanelen en windmolens, een dakterras met uitzicht.
Dit dak en de constructie zijn het âÃâ¬ÃËblijvendeâÃâ¬Ã⢠deel.
Daaronder is een wereld die zich snel kan aanpassen aan de wensen van de gebruikers en inspeelt op de eisen en de mogelijkheden van de tijd. Voor de invulling worden regels gesteld. Bepaalde plekken blijven open.
Zo is een gefaseerde realisatie mogelijk en hoeft niet de hele investering ineens te worden gedaan.
Opbouw:
Dak: hoge spanten; sparing in dak met sheddak kap met zonnepanelen. In de rand een grid met ruimten van 5 m hoog, naar opzij en naar boven en onder te koppelen,geschikt voor inbouw pakketten, Deze pakketten zijn standaard te koop, maar mogen ook door de gebruiker zelf worden samengesteld. De materialisatie kan steeds verschillend zijn. De rest van de ruimte is, met uitzondering van een open te houden zichtlijn, vrij te bezetten met losse objecten eventueel gestapeld, paviljoens, containers, tenten, wagens of wat zich ook maar aandient.
Aan de zijde van de Minerva havenweg kan meer representieve bebouwing plaats vinden.
Regels voor bebouwing
Waar hoeveel gebouwd kan worden is in regels vastgelegd, hierdoor wordt een zekere mate van openheid gegarandeerd.
Ontsluiting en parkeren:
Het grote dak heeft een ontsluiting aan de stadskant en een tweede ontsluiting aan de Minervahavenweg.Deze twee ontsluitingen worden verbonden langs de hele lengte van het gebouw in de zone waar geen 20 meter hoog gebouwd mag worden.
Hier bevinden zich aan de buitenzijde de weg een strook met openbare parkeerplaatsen en laan de andere zijde onder het dak een strook voor laden en lossen.De parkeerplaatsen voor eigen gebruik die een deel van de tijd ook openbaar kunnnen zijn bevinden zich aan de stadkant van het gebouw. Er is een zichtas van de zuid entree naar de Minervahavenweg en de Minervahaven. Vanaf de entree Minervahaven weg kom je zo in een grote open ruimte.
In het begin is een ̮̩̮̩n laags parkeerveld voldoende, wanneer het gebouw zich vult, zal er een tweede laag op kunnen komen zodat er voldoende open ruimte over blijft.
Inspiraties en voorbeelden:
Dit plan beweegt zich tussen twee voorbeelden:
Tours en Taxis in Brussel en de NDSM loods in Amsterdam Noord. Beide vorbeelden zijn vortgekomen uit een nieuw gebruik van bestaande gebouwen.
De uitdaging hier is: kun je zoâÃâ¬Ãâ¢n sfeer en gebruik ook nieuw tot stand brengen?